Omschrijving: | Afstand tussen Bovenkant Spoor (BS) en onderkant rijdraad, waarbij de as waarover deze wordt gemeten, mee kantelt met de verkanting. |
Bovenkant spoor (BS) | ||
Omschrijving: | Een peil (=horizontaal vlak) van een punt bovenop de laagst gelegen spoorstaaf gemeten in het vlak dwars op het spoor. Let op: de afkorting wordt ook gebruikt als afkorting van "bovenkant der spoorstaven" een term uit de Spoorwegwet dat een lijn in het vlak dwars op het spoor aangeeft liggend op beide spoorstaven (ongeacht verkanting). [In de nieuwe Spoorwegwet zal dit euvel verholpen worden. Het OVS 5013 is per 1-4-99 conform deze begripsomschrijving] | |
Links: | as spoor, OVS |
Rijdraad | ||
Omschrijving: | Onderste onderdeel van het bovenleidingsysteem waar de stroomafnemer tegenaan drukt. | |
Toelichting: | Afhankelijk van de spanning op de rijdraad, wordt de rijdraad enkel uitgevoerd (bij hogere spanningen, zoals bijv. 15 of 25 kilo Volt) of dubbel (bij lagere spanningen, zoals bijv. 1500 en 3000 Volt) | |
Links: | bovenleidingsysteem, stroomafnemer, rijdraadhoogte |
Verkanting | ||
Omschrijving: | Bewust aangebracht hoogteverschil in de dwarsrichting tussen de spoorstaven van één spoor. Dit ter compensatie van zijdelingse versnellingen. | |
Links: | verkantingsoverschot, verkantingstekort, spoor |