| Omschrijving: | Onderdeel aan of op een locomotief of treinstel waarmee stroom uit de bovenleiding of de "derde" stroomvoerende rail kan worden afgenomen. Indien de stroomafnemer op het dak van de trein geplaatst is, wordt deze ook wel pantograaf genoemd. |
| Toelichting: | De derde stroomvoerende rail wordt met name toegepast in minder zware railsystemen waar -door de beperkt beschikbare ruimte- het niet mogelijk is een bovenleiding te bouwen. Bijvoorbeeld in tracés met veel tunnels en lage bruggen, metro's, Engeland |
Locomotief | ||
| Omschrijving: | Elk voertuig voorzien van een voortbewegingsinrichting, hoofdzakelijk bestemd en ingericht om andere voertuigen op spoorstaven voort te bewegen en niet zelf ingericht voor het vervoer van personen, bagage, goederen, post of levende dieren, of een combinatie hiervan. | |
| Links: | voertuig | |
Schuitbreedte | ||
| Omschrijving: | De breedte van de schuit gemeten over het sleepstuk en beide horens (de uiteinden van de schuit). In Europa gebruikelijke schuitbreedtes zijn 1450 (SBB, SNCF 25 kV), 1600 (STI 25 kV) en 1950 mm (NS 1500V, DB 15 kV, SNCF 1500V). | |
| Links: | schuit | |
Bovenleiding | ||
| Omschrijving: | Het geheel van draagconstructies, leidingen en toebehoren die dienen als energievoorziening voor de elektrische tractie. | |
| Toelichting: | Let op verschil met "bovenleidingsysteem". Dit is een deelte van de bovenleiding (maar zonder draagconstructie). | |
| Links: | bovenleidingsysteem | |
Rijdraadhoogte | ||
| Omschrijving: | Afstand tussen Bovenkant Spoor (BS) en onderkant rijdraad, waarbij de as waarover deze wordt gemeten, mee kantelt met de verkanting. | |
| Links: | bovenkant spoor (BS), rijdraad, verkanting | |
Opdrukkracht | ||
| Omschrijving: | De kracht waarmee de stroomafnemer tegen de rijdraad aandrukt, loodrecht op het vlak boven op beide spoorstaven. De opdrukkracht is samengesteld uit een statische, dynamische en een aërodynamische opdrukkracht. | |
| Links: | stroomafnemer, rijdraad, bovenleiding | |