Vrije baan

Omschrij­ving: Algemene aanduiding voor baanvak (spoor), een gedeelte van de spoorweg buiten de stations en emplacementen.
 

Relevante begrippen behorend bij 'Vrije baan'

 

Baanvak

Om­schrij­ving:  Verbinding tussen twee knooppuntstations. Vaak telt een baanvak twee parallelle sporen.
Links: knooppunt, station, baanvaksnelheid, baanvakdeel


 

Spoor

Om­schrij­ving:  Twee spoorstaven, zodanig geconstrueerd dat er railvoertuigen op kunnen rijden.
Toelich­ting:  Het spoor is het geheel van spoorstaven. Het maakt daarbij niet uit hoe deze spoorstaven vastgehouden worden. Denk aan verschillende soorten dwarsliggers in ballast of een ingegoten spoorstaaf constructie (spoorstaven met een kunststof "vastgegoten" in beton).
Links: spoorwijdte, spoorbreedte, contrarail, ballastspoor, ballastloosspoor, spoorafstand


 

Station

Om­schrij­ving:  1. Gedeelte van de spoorweg waar treinen kunnen beginnen, eindigen, inhalen of kruisen. Een station is voorzien van tenminste één wissel. Op een station mogen rangeerbewegingen uitgevoerd worden.
2. Een halteringsplaats langs een baanvak, waar treinen die op hetzelfde spoor rijden van volgorde kunnen wisselen door ter plekke van de halteringsplaats gebruik te maken van meerdere sporen. Er is inhaling mogelijk; dit in tegenstelling tot een halte. Een halte bij een splitsingspunt wordt ook station genoemd (vanwege het wissel/de wissels).
Toelich­ting:  Station is een zeer moeilijk te omschrijven begrip, de beleefwereld van de gebruikers en de officiële instanties loopt uit elkaar.
Links: baanvak, trein, knooppunt, halte, splitsingspunt


 

Emplacement

Om­schrij­ving:  Een plaats aan de spoorweg waar meerdere sporen naast elkaar liggen, door wissels verbonden.
Links: emplacementsporen, spoor, wissel, wisselcomplex