Treinverbinding

Omschrij­ving: Verbinding tussen stations verzorgt door een treindienst.
 

Relevante begrippen behorend bij 'Treinverbinding'

 

Station

Om­schrij­ving:  1. Gedeelte van de spoorweg waar treinen kunnen beginnen, eindigen, inhalen of kruisen. Een station is voorzien van tenminste één wissel. Op een station mogen rangeerbewegingen uitgevoerd worden.
2. Een halteringsplaats langs een baanvak, waar treinen die op hetzelfde spoor rijden van volgorde kunnen wisselen door ter plekke van de halteringsplaats gebruik te maken van meerdere sporen. Er is inhaling mogelijk; dit in tegenstelling tot een halte. Een halte bij een splitsingspunt wordt ook station genoemd (vanwege het wissel/de wissels).
Toelich­ting:  Station is een zeer moeilijk te omschrijven begrip, de beleefwereld van de gebruikers en de officiële instanties loopt uit elkaar.
Links: baanvak, trein, knooppunt, halte, splitsingspunt


 

Treindienstsoort

Om­schrij­ving:  InterCity, InterRegio (sneltreinen), Agglo-Regio (stoptrein), Sprinters (stoptrein), Light rail en goederentreinen. Treinen behoren tot dezelfde treindienstsoort omdat ze dezelfde treindienst rijden (bijv. IC of IR), niet omdat ze tot hetzelfde treintype (bijv. IC3 of mat "64) behoren.
Toelich­ting:  In gewoon mensentaal is staat treindienst voor het soort trein die in het spoorboekje staat. Voor woordgebruik van binnenlandse reizigers is dat InterCity, Sneltrein en Stoptrein. De NS gebruikt daar liever iets 'nettere' woorden voor. Voor internationale reizigers komen daar nog bij de EuroCity, de internationale trein, de slaaptrein, de autotrein, enz. De Thalys is een merknaam voor een EuroCity naar België en verder.
Links: InterCity (IC), InterRegio (IR), Agglo-Regio (AR), sprinter, stoptrein, light rail, hogesnelheidstreindienst