| Omschrijving: | Vergrendeling ten behoeve van de afsluiting van bepaalde spoorgedeeltes. Van deze vergrendeling wordt de stand in de beveiliging gecontroleerd: als het grendel niet in een stand ligt waarin het spoor veilig kan worden bereden, komt het toeleidende sein niet uit de stand stop. |
Afrijden (sein-) | ||
| Omschrijving: | Het in de stand stop komen van het sein dat toegang geeft tot de rijweg door het bezetten van de eerste sectie achter het sein. Op het moment dat een trein een sectie heeft verlaten komt de betreffende sectie weer vrij voor een andere rijweginstelling. | |
| Links: | sein, sectie, trein | |
As spoor | ||
| Omschrijving: | Denkbeeldige lijn in de lengterichting van het spoor in het midden van beide spoorstaven op de hoogte van het vlak van de bovenkant en van beide spoorstaven. | |
| Links: | bovenkant spoor (BS), hart spoor | |