Grootschalige capaciteitsuitbreidingen autosnelwegen
Door forse investering is het mogelijk de capaciteit uit te bereiden. In
gewoon Nederlands meer asfalt. Te denken valt aan het oplossen van grote
knelpunten zoals het vergroten van knooppunten, bruggen en tunnels, maar
eventueel ook de aanleg van extra snelwegen.
- Interlokaal verkeer scheiden van lokaal verkeer. Veel files ontstaan bij
steden omdat de grote steden hun lokale hoofdwegenstructuur vaak zo snel
mogelijk hebben aangesloten op de wegen van RWS. Wel zo goedkoop voor de
gemeentes. Nadeel bij drukte van en naar de stad, loopt de snelweg voor
al het verkeer vast. Oplossing is het maken van Intercity stroken
in de buurt van de steden zonder op- en afritten. Denk aan de middelste
rijstroken van de A12 ter hoogte van Utrecht. Het "succes" van de
afgesloten A10 west had naar mijn mening heel veel te maken met ontbreken
van op- en afritten en in mindere mate met de grootschalig afgedwongen
maximum snelheid van 70 km/h. Het interlokale snelwegverkeer is veel minder
veroorzaker van files omdat deze gewoon doorrijdt en niet van rijstrook
hoeft te wisselen. Afhankelijk van de te verwachten verkeersdrukte van
de Intercitystrook kan men overwegen deze om te zetten in een expresstrook
om ervoor te zorgen dat deze altijd filevrij blijft.
- Meer asfalt om bottlenecks op te heffen. Het voordeel van meer asfalt neer
leggen op knelpunten is dat het knelpunt geen knelpunt meer wordt. Echter
"een ketting is zo sterk als de zwakste schakel" en dat zeker mogelijk ook,
maar waarschijnlijk in sterkere mate, van toepassing voor de capaciteit op
een autosnelweg. Door de capaciteitsuitbreidingen, zullen de file problemen
vaak stroomafwaarts verschuiven. Voorbeeld A2 avondspits, de file stond eerst
voor knooppunt Oudenrijn (tot oplevering renovatie in ca. 1996),. Vervolgens
stond de file 6 kilometer verder voor de versmalling van 3 naar twee
rijstroken (tot ca. 1999). En weer later stond deze voor de afrit bij
Nieuwegein en de brug bij Vianen (tot ca. 2000). Sinds een jaar staat
de file voor de invoeging van de A27 op de A2. Conclusie: Tientallen
miljoenen lichter geworden staat de file nu 15 kilometer verderop, met
als verschil dat je vlugger in Nieuwegein en op de A27 richting Breda
kan komen, maar als je Nieuwegein werkt minder snel naar Brabant kan.
Bravo!!
Om dit te begrijpen is een stukje kennis over verkeersdoorstroming noodzakelijk.
De capaciteit van een weg is afhankelijk van de gereden snelheid, waarbij het
optimum tussen 60 en 90 km/h ligt. Zodra de snelheid van een optimaal gevulde
weg inzakt, doordat iemand bijvoorbeeld remt voor een vogeltje of een onhandige
rijstrookwisseling, zal de daarachter rijdende auto ook remmen en daarachter
ook, maar dan iets heftiger. Als de afstand tussen deze auto's te klein was
zal dit tot een schokgolf leiden waardoor de snelheid van het verkeer onder
de 50 km/h kan zakken. Zodra dit gebeurt zakt de capaciteit van de weg zeer
snel in elkaar en een file is het feit. Het voordeel van deze file is dat de
auto's in constante maar dunnere stroom naar de volgende bottleneck rijdt.
Het kan zelfs zo zijn dat de eerste file voor een betere doorstroming zorgt
over de gehele weg. Dit komt omdat de eerste bottleneck precies voldoende
verkeer doorlaat om de stroomafwaarts gelegen (ernstiger) bottleneck optimaal
te gebruiken (dus net geen file). En die capaciteit wordt alleen behaald als
de autostroom goed doorrijdt. Zodra de eerste bottleneck opgelost wordt komt
al het verkeer bij de tweede bottleneck, welke vervolgens grondiger vaststaat
dan de eerste bottleneck.
Kortom als je capaciteit van een weg zo hoog mogelijk wilt hebben, kan het
voordeel hebben om bovenstrooms een file instant te houden, zodat het verkeer
voor de stroomafwaarts gelegen bottleneck optimaler wordt gedoseerd. Jammer
is dat bovenstaand technische verhaal (politiek) heel moeilijk uit te leggen is.
Het volk krijgt de politieke leiders die het verdient.